Vier S'en
Vier onderdelen van
een rationale/basisvisie
De vraag 'wat gaan we leren?' is een van de kernvragen bij
onderwijsontwikkeling. Over wat leerlingen moeten leren in het onderwijs lopen
de meningen veelal uiteen. Om overladenheid in het onderwijs te voorkomen, is
prioritering van belang. Niet alles wat wenselijk is, is ook mogelijk en
uitvoerbaar. Het gaat om scherpe keuzes gebaseerd op heldere argumenten. Maar
welke argumenten doen ertoe? In de literatuur over leerplanontwikkeling is
gezocht naar een rationale (visie) van waaruit men keuzes over doelen en
inhouden kan maken. In navolging van Tyler (1949) die drie typen doelen en
inhouden van onderwijs onderscheidde, namelijk: student, subject en society,
worden hier vier onderdelen onderscheiden, waarop onderwijs zich zou moeten
richten:
1.
Uitspraken
over visie op leren van de leerling (Student).
2.
Richting
van het schoolprogramma en -beleid (School).
3.
Specifieke
regelgeving binnen het vak of vakkencluster (Subject).
4.
Bepaalde
maatschappelijke en beroepsmatige ontwikkelingen (Society).
Uitspraken op deze vier doelen en inhouden fungeren als ankerpunten
tijdens het ontwikkelproces: Ze vormen het middelpunt van het curriculaire
spinnenweb.
1. Visie op leren
van de leerling (Student)
Bij het ontwikkelen van nieuw onderwijs is het van belang stil te staan
bij de visie die u en uw collega's op het leren van uw leerlingen hebben en
deze expliciet te maken. Een specifieke visie op het leren van leerlingen
stuurt ontwerpbeslissingen op alle andere draden van het curriculaire
spinnenweb. Voor nieuwe ontwerpbeslissingen voor de inrichting van een
curriculumaspect, zult u steeds moeten bekijken of ze passen bij de visie op
leren. Een veelgemaakt hoofdonderscheid in visie op leren, is die tussen de
behavioristische, cognitivistische en constructivistische visie op leren.
2. Onderwijsprogramma
en -beleid van de school (School)
Ook de school kan een aantal uitgangspunten geformuleerd hebben waaraan
het onderwijs op de school zou moeten voldoen. Om een ontwerp te kunnen
plaatsen binnen het beleid van de school, is het van belang om als ontwerper
deze plannen te kennen en overzicht te hebben van mogelijke uitwerkingen die
aan deze uitgangspunten zijn/worden gegeven.
3. Ontwikkelingen
van uw vak of vakkencluster (Subject)
Ook binnen het vak of vakkencluster waarbinnen het ontwerp geplaatst kan
worden staan de ontwikkelingen niet stil (zie bijvoorbeeld websites van
relevante vakcommunities). Om samenhang en lijn in het onderwijsprogramma van
de school te waarborgen, is het van belang na te gaan hoe uw ontwerp past
binnen belangwekkende trends.
4.
Maatschappelijke en beroepsgerichte ontwikkelingen (Society)
Ook landelijke of regionale maatschappelijke en beroepsgerichte
ontwikkelingen kunnen het ankerpunt vormen voor uw ontwerp. Voorbeelden zijn
ontwikkelingen op het terrein van burgerschap, duurzame ontwikkeling,
financiƫle educatie, vieren en herdenken.
Bron:
cursuscurriculumontwerp.slo.nl
Geen opmerkingen:
Een reactie posten