zondag 10 januari 2016

Vier S'en


Vier S'en


Vier onderdelen van een rationale/basisvisie
De vraag 'wat gaan we leren?' is een van de kernvragen bij onderwijsontwikkeling. Over wat leerlingen moeten leren in het onderwijs lopen de meningen veelal uiteen. Om overladenheid in het onderwijs te voorkomen, is prioritering van belang. Niet alles wat wenselijk is, is ook mogelijk en uitvoerbaar. Het gaat om scherpe keuzes gebaseerd op heldere argumenten. Maar welke argumenten doen ertoe? In de literatuur over leerplanontwikkeling is gezocht naar een rationale (visie) van waaruit men keuzes over doelen en inhouden kan maken. In navolging van Tyler (1949) die drie typen doelen en inhouden van onderwijs onderscheidde, namelijk: student, subject en society, worden hier vier onderdelen onderscheiden, waarop onderwijs zich zou moeten richten:

1.     Uitspraken over visie op leren van de leerling (Student).
2.     Richting van het schoolprogramma en -beleid (School).
3.     Specifieke regelgeving binnen het vak of vakkencluster (Subject).
4.     Bepaalde maatschappelijke en beroepsmatige ontwikkelingen (Society).

Uitspraken op deze vier doelen en inhouden fungeren als ankerpunten tijdens het ontwikkelproces: Ze vormen het middelpunt van het curriculaire spinnenweb.

1. Visie op leren van de leerling (Student)
Bij het ontwikkelen van nieuw onderwijs is het van belang stil te staan bij de visie die u en uw collega's op het leren van uw leerlingen hebben en deze expliciet te maken. Een specifieke visie op het leren van leerlingen stuurt ontwerpbeslissingen op alle andere draden van het curriculaire spinnenweb. Voor nieuwe ontwerpbeslissingen voor de inrichting van een curriculumaspect, zult u steeds moeten bekijken of ze passen bij de visie op leren. Een veelgemaakt hoofdonderscheid in visie op leren, is die tussen de behavioristische, cognitivistische en constructivistische visie op leren.

2. Onderwijsprogramma en -beleid van de school (School)
Ook de school kan een aantal uitgangspunten geformuleerd hebben waaraan het onderwijs op de school zou moeten voldoen. Om een ontwerp te kunnen plaatsen binnen het beleid van de school, is het van belang om als ontwerper deze plannen te kennen en overzicht te hebben van mogelijke uitwerkingen die aan deze uitgangspunten zijn/worden gegeven.

3. Ontwikkelingen van uw vak of vakkencluster (Subject)
Ook binnen het vak of vakkencluster waarbinnen het ontwerp geplaatst kan worden staan de ontwikkelingen niet stil (zie bijvoorbeeld websites van relevante vakcommunities). Om samenhang en lijn in het onderwijsprogramma van de school te waarborgen, is het van belang na te gaan hoe uw ontwerp past binnen belangwekkende trends.

4. Maatschappelijke en beroepsgerichte ontwikkelingen (Society)

Ook landelijke of regionale maatschappelijke en beroepsgerichte ontwikkelingen kunnen het ankerpunt vormen voor uw ontwerp. Voorbeelden zijn ontwikkelingen op het terrein van burgerschap, duurzame ontwikkeling, financiĆ«le educatie, vieren en herdenken. 

Bron: cursuscurriculumontwerp.slo.nl

Geen opmerkingen:

Een reactie posten