Ontwerpen volgens het model van van den Akker:
Het curriculaire spinnenweb van Van den Akker (2003) visualiseert welke leerplanaspecten een belangrijke rol spelen. Zoals het spinnenweb laat zien vormt de 'visie de kern. Alle andere leerplanaspecten zijn verbonden met deze visie en idealiter ook verbonden met elkaar. Elk van de leerplanaspecten is aan verandering onderhevig bij onderwijsontwikkeling. Wanneer er verandering optreedt in één van de aspecten, zal dat ook verandering in de andere aspecten teweegbrengen.
Eén van de grootste uitdagingen bij het ontwerpen van onderwijs, is het
creëren van een samenhangende les, lessenreeks of jaarprogramma. Met andere
woorden, het ontwerp moet logisch in elkaar steken en een passend geheel
vormen. Welke consequenties hebben de gekozen leerdoelen en leerinhouden, voor
bijvoorbeeld de leeractiviteiten? En wat betekenen deze doelen en inhouden voor
de beoordeling; wat en hoe wordt er beoordeeld? En wat betekent het voor de
tijd en plaats waar leerlingen leren? Voor het creëren van zo'n samenhangend ontwerp kan het curriculaire spinnenweb ondersteuning bieden.
Elk leerplanaspect van het
curriculaire spinnenweb werpt een eigen kernvraag op met betrekking tot het
onderwijzen en leren van leerlingen:
component:
|
kernvraag:
|
basisvisie
|
Waartoe leren de leerlingen?
|
leerdoelen
|
Waar leren zij voor?
|
leerinhouden
|
Wat leren ze?
|
leeractiviteiten
|
Hoe leren ze?
|
docentrollen
|
Hoe is de rol van de docent daarbij?
|
leerbronnen en
leermiddelen
|
Waarmee leren de leerlingen?
|
leerlinggroepering
|
Met wie leren zij?
|
plaats
|
Waar leren ze?
|
tijd
|
Wanneer leren ze?
|
beoordeling
|
Hoe wordt hun leren en de opbrengst daarvan getoetst?
|
Met de beantwoording van deze kernvragen, krijgt ieder
onderwijsontwerp, van micro- tot macroniveau, invulling. Als het gaat om het ontwikkelen van een
les(senreeks) (microniveau), zijn de bovenstaande kernvragen als volgt te
specificeren:
basisvisie
|
· Wat is het motief voor deze les(senreeks)?
· Vanuit welke vakontwikkelingen of pedagogisch-didactische
visie is de les(senreeks) opgezet?
|
leerdoelen
|
· Wat moet er
met de opdracht of les worden bereikt?
· Wat kunnen
leerlingen na de opdracht of les wat hun nu niet nog niet (voldoende) lukt?
· Wat kan of
moet er aan het eind van de opdracht of les worden getoetst?
|
leerinhouden
|
· Wat leren
leerlingen van de les(senreeks)?
· Gaat het om
vakinhouden, om (vak)vaardigheden of attitudes?
|
leeractiviteiten
|
· Hoe leren en
werken de leerlingen gedurende de opdracht of les?
· Welk gedrag
of welke activiteiten laten zij zien?
|
docentrollen
|
· Wat is de rol van de docent bij de
les(senreeks)?
· En die van eventuele anderen (bijvoorbeeld
toa's, mentoren)?
|
leerbronnen en leermiddelen
|
· Welke middelen heb je nodig voor je
les(senreeks) ?
· In welke vorm: digitaal (elo?), papier?
|
groeperingsvorm
|
· Leren
leerlingen in groepjes?
· Hoe groot is
de totale groep leerlingen?En de groepjes?
· Hoe en door
wie is de groep samengesteld? En de groepjes?
|
tijd
|
· Wanneer vindt de les(senreeks) plaats?
· Hoeveel tijd beslaat de les(senreeks)?
· Wat betekent dit voor de inroostering en de
planning?
|
plaats
|
· Waar leren de leerlingen gedurende de
les(senreeks)?
· Binnen of ook buiten de school?
· Indien ook op school: in welke lokalen?
|
beoordeling
|
· Hoe wordt
getoetst wat de leerlingen hebben geleerd?
· Schriftelijk,
mondeling, via een onderzoeks- of ontwerpopdracht, een practicumtoets, een
presentatie?
|
Voor een volledig onderwijsontwerp moet elk van deze leerplanaspecten worden
ingekleurd. Deze inkleuringen dienen met elkaar te harmoniëren, ze mogen in
ieder geval niet tegenstrijdig zijn met elkaar. Dus: passen de gekozen
leerdoelen daadwerkelijk bij de geformuleerde basisvisie? En sluiten de gekozen
leerinhouden aan bij de leerdoelen? Passen de gekozen leermaterialen bij de
leerinhouden? Et cetera.
Bron: cursuscurriculumontwerp.slo.nl
Geen opmerkingen:
Een reactie posten